1940 - 1950

In het eerste oorlogsjaar 1940, weigerde de burgemeester van Muiden aan Crescendo vergunning te verlenen tot het geven van een concert op de muziektent. De omstandigheden in dat jaar waren sterk ten nadele veranderd waardoor het bestuur had besloten geen winteruitvoering te houden. De activiteiten werden stilgelegd mede doordat een aantal leden op last van de Duitse bezetter elders te werk werd gesteld; slechts de wekelijkse repetities gingen door en werden gehouden in de zaal van Vechtzicht, eigenaresse de weduwe Dwars-van Bommel.
Ondanks de voor velen ongewisse en steeds moeilijker tijden werden vanaf het jaar 1941 de activiteiten toch hervat door het geven van winteruitvoeringen en het deelnemen aan concoursen, o.a. te Abcoude en Woerden. Met uitzondering van het in 1942 benoemen van de oud-voorzitter H. de Gooijer tot erelid, hebben de oorlogsjaren ons geen belangrijke geschiedenis nagelaten. Er moest worden gewacht op het aanbreken van betere tijden, op de bevrijding van ons land. Onmiddelijk na de bevrijding van Nederland in het jaar 1945 werden de weliswaar sterk verouderde instrumenten weer met vreugde en spontaniteit ter hand genomen. Bevrijd van de onderdrukking en niet meer gebonden zijn aan vroege sluitingstijden van de café's en andere openbare gelegenheden gooide het bestuur meteen de remmen los. Er werden weer serenades gebracht bij plaatselijke feestelijke gebeurtenissen, concerten op de muziektent georganiseerd, de winteruitvoeringen kwamen weer op gang en als een noviteit werden pleziervaarten naar o.m. Amsterdam, Marken en Utrecht met de schuit van schipper Oudshoorn ondernomen.


Tussen al deze activiteiten door werd er in de maand september een straatcollecte gehouden voor het aankopen van nieuwe instrumenten. In zijn kasboek verantwoordde de penningmeester een bedrag van F516,50.

Alles wees er op dat de vereniging aan het begin stond van een opbloeiende toekomst met in het jaar 1946 als uitschieter de viering van het 50-jarig bestaan, waarvoor consumptiebonnen nodig waren. Voor het gebak ging men de boeren langs om boter los te krijgen; anderen scharrelden suikerbonnen op. Het ongeveer 45 jaar oude en tot op de draad versleten vaandel werd, dankzij een door de echtgenoten van een aantal leden gevoerde actie, vervangen en in de muziekweek van 24 juli t/m 1 augustus getoond.


Deze feestelijkheden kunnen we niet met een eenvoudige vermelding afdoen. De historiografie vereist nu eenmaal een enigszins uitvoerige verslaggeving waaraan we ons niet kunnen en willen onttrekken. De openingsdag werd 's avonds begonnen met een concert door de jubilerende vereniging met medewerking van de R.K. gemengde zangvereniging Arti en Unioni. De volgende dag was het de muziekvereniging de Adelaar uit Weesp die geheel alleen de avond verzorgde, aangezien er geen andere verenigingen waren uitgenodigd. Dankzij het prachtige zomerweer werd op beide avonden voor een talrijk publiek gemusiceerd. Het feestprogramma vermeldde voor de derde dag (de vrijdag) een voetbalwedstrijd tussen de teams van Crescendo en de Sociëteit van de Greef. Voorafgegaan door muziek begaven de spelers zich naar het veld bij van Wees. De uiteraard zeer geanimeerde wedstrijd - geleid door scheidsrechter Lom - eindigde met de stand 6 - 6. De zaterdag was het hoogtepunt van het feest, n.l. de receptie gehouden in de versierde zaal van de heer Gieling. Letterlijk werd het bestuur in de (vele) bloemen gezet, aangeboden door diverse verenigingen. De burgemeester van Muiden nam als eerste van de zeventien sprekers het woord en bracht de onmisbaarheid van Crescendo voor Muiden naar voren. De heren Loman en Ruiter vertegenwoordigden het Oranje-comité en lieten onder het motto "Crescendo voor Muiden en Muiden voor Crescendo" door twee jonge dames een bariton saxofoon aanbieden. Op het eind van de middag dankte voorzitter N. Th. Gort met een geestig woord alle aanwezigen voor hun blijk van belangstelling voor de jubilerende vereniging. 's Avonds om 7 uur maakte de reeds genoemde Weesper vereniging de Adelaar een muzikale rondgang door de gemeente. Tot in de late uurtjes werden de feestelijkheden in de zaal van Gieling voortgezet. Na deze drukke dagen had het feestcomité de zondag als rustdag ingelast ter eerbiediging van de zondagsrust. De maandag daarop werkten het gemengd zangkoor Concordia en het kinderkoor hun programma af waarna het Weesper muziekkorps "Jubal" met een mooi concert de feestdag besloot. Door het slechte weer moest het op dinsdag 30 juli geplande concert, te geven door het dubbel mannenkwartet, bij Gieling worden gehouden, doch dat kon de feestvreugde niet drukken. De volgende dag traden in de muziektent het mannenkoor St. Caecilia en de Muiderbergse muziekvereniging G.A. Heinze op om onder een talrijk gehoor hun aandeel in de feestelijkheden te brengen. Het hoogtepunt van het jubileumfeest was het optreden van het Weesper mannenkoor en de Diemer harmonie. Hierover lezen we in het jaarverslag 1946/1947 en nu citeren we: "Deze dag is, mede door een massale opkomst van het publiek, de mooiste avond geworden van deze muziekweek. Zowel het Weesper mannenkoor als de Diemer harmonie brachten een programma ten gehore waarvan het publiek heeft kunnen smullen".
Ook in financieel opzicht was de feestweek een groot succes. Op de door de heer Gieling aangebodenfeestavond (16 augustus) werd door de verlotingscommissie een bedrag van ± f 681,-- aan de voorzitter van Crescendo overhandigd. De penningmeester kon als uiteindelijk resultaat een netto-ontvangst van f 1.030,-- in zijn kasboek verantwoorden. De secretaris omschreef de feestelijkheden: "Alles bij elkaar genomen, was dit weer een echt Crescendo-feest". Helaas werd de nog vers in het geheugen liggende feestvreugde overschaduwd door de ramp die de kruitfabriek "de Krijgsman" op 17 januari 1947 trof tijdens een militair munitietransport. Van de 17 militairen die het transport verzorgden, werden er 14 op slag gedood en raakte er 1 zwaar gewond; 3 werknemers werden gedood en 3 anderen niet levensgevaarlijk gewond. Op gronden van piëteit werden de op 23 en 24 januari geplande uitvoeringen afgelast.


De opbloei waarvan we zoëven spraken vlotte niet erg. De vereniging zakte steeds meer af naar een dieptepunt, veroorzaakt door onenigheid en onderlinge wrijving. Scherpe kritiek werd door de leden geuit op bepaalde bestuursvoorstellen en -handelingen. De contacten met beschermheer Donker waren schaars en niet hecht. Het bestuur werd grote sloffigheid verweten. Vanzelfsprekend had deze ontevredenheid een negatieve uitwerking op de leden, waardoor een zekere onverschilligheid ontstond. Dit manifesteerde zich duidelijk toen een beroep werd gedaan op de muzikale medewerking van Crescendo in verband met de plaatselijke viering van de verjaardag van prinses Juliana op 30 april 1947 en de herdenking van de bevrijding op 5 mei 1947. Doordat verscheidene leden hun medewerking weigerden, werd er door het korps niet opgetreden, wat door vele donateurs werd betreurd daar een muzikale rondgang altijd cachet aan dergelijke feesten geeft. Deze niet lovenswaardige houding van de leden deed dan ook afbreuk aan de goodwill van de vereniging ten opzichte van de burgerij. Om uit deze impasse te geraken was allereerst een naar buiten gericht krachtdadig beleid noodzakelijk, zonder aan de interne belangen te kort te doen. Voorzitter N.Th. Gort met de zijnen waren er zich terdege van bewust dat het uit de maand juli 1912 daterende reglement vervangen moest worden door één dat meer aan de tijd was aangepast. Het bestuursvoorstel werd in de jaarvergadering van 26 juli 1948 aangenomen. in verband met een tekort aan instrumenten, veroorzaakt door gebrek aan geld, ging het bestuur over tot invoering van een ledenstop. Naast de vele moeilijkheden waarmede het bestuur te kampen had, waren er ook wel enige lichtpuntjes. Eén ervan was wel de aangename taak van de voorzitter een aantal jubilarissen toe te spreken in verband met hun jarenlange lidmaatschap en hun verdiensten voor de vereniging. Hij richtte zich in de eerste plaats tot de heer IJ. Schulp, die 40 jaren lid van de vereniging was; daarna werden de heren R.C. Beek, C. Wilken, P. Buninga en W. Jansen gefeliciteerd met hun 25-jarig lidmaatschap. Aan hen werd een driekleurige zilveren vulpen met inscriptie uitgereikt. De goede voornemens om de vereniging uit het diepe dal omhoog te halen was geen gemakkelijke taak en vergde veel tijd. Allereerst moest begonnen worden de onderlinge verstandhouding van de leden en die van de leden tot het bestuur weer op een acceptabel niveau terug te brengen, van waaruit opbouwend kon worden gewerkt. Het vertrouwen moest weer in de vereniging worden teruggebracht. De secretaris was ons inziens wel wat te optimistisch toen hij in zijn jaarverslag 1947 - 1948 schreef: "We kunnen met groot vertrouwen het komende jaar tegemoet zien. Een gezonde vereniging, financieel zowel als het getalsterkte onzer vereniging". Men kan het ene (het oplossen van de interne moeilijkheden) doen en het andere (de burgerij weer voor de vereniging interesseren) niet laten, dacht het bestuur. Wat dit laatste betrof, op 30 augustus 1948 deed zich daartoe een geschikte gelegenheid voor door een concert te geven ter gelegenheid van de verjaardag van H.M. koningin Wilhelmina en de volgende dag muzikale medewerking te verlenen aan het plaatselijk koninginnefeest. De Muidense middenstand deed een beroep op het korps om tijdens de opening van de winkelweek te musiceren. Acte de présence werd gegeven bij de door de sportvereniging R.C.M. georganiseerde Fancy-Fair. Spontaan werd ook opgetreden tijdens het feest rondom de viering van het 12 1/2-jarig huwelijk van het Koninklijk Paar. Gelegenheid genoeg om de verloren belangstelling van de burgerij te herstellen. De animo voor de vereniging groeide en men vroeg zich af: "Keert het getij?; Is het diepste dieptepunt achter de rug?" De contacten met de beschermheer werden aangescherpt en het gunstige resultaat hiervan was te merken, toen de kruitfabriek op 12 september 1952 haar 250-jarig bestaan vierde. Bij die gelegenheid was Crescendo tegenwoordig en ontving voor haar muzikaal optreden een nieuwe piston, een bariton en een bugel, alsmede een bedrag van f 100,--. Zou het devies van de Zeeuwen: "Luctor et Emergo" (ik worstel en ontkom) ook hier van toepassing zijn, toen in hetjaar 1950 een geslaagde actie tot donateurswerving werd gevoerd. Het instrumentarium was sterk verouderd, 2/3 daarvan was meer dan 25 jaar oud en verscheidene instrumenten waren niet meer te repareren. De kaspositie was zodanig slecht dat aanschaffing van nieuwe instrumenten niet mogelijk was. Na vele besprekingen werd uiteindelijk besloten bij het gemeentebestuur van Muiden een verzoek om subsidie in te dienen. Een delegatie van het bestuur, te weten de heren N.Th. Gort (voorzitter), T. Leurs (secretaris) en P. Buitenweg (2e voorzitter) sprak met de beschermheer de financiële kant van de vereniging door en laatstgenoemde vroeg om een nadere schriftelijke toelichting op de naar voren gebrachte argumenten.

Uit deze toelichting blijkt, dat:
a. de financiële positie precair was. De inkomsten bedroegen f 695,--, bestaande uit contributies (f 450,--) en donaties (f 245,--);
b. het gemeente bestuur als subsidie beschouwde het gratis gebruik van een gemeentelocaliteit voor de repetities, gratis licht en brandstof;
c. het jaarlijks tekort steeds kon worden opgevangen door de inkomsten uit huis-aan-huiscollecten, verloting, voetbalwedstrijden en serenades.

Deze activiteiten konden niet ieder jaar worden gehouden, daar - aldus de toelichting - "onze gemeente hoofdzakelijk uit arbeiders bestaat". Uit het kasboek blijkt dat in het verenigingsjaar 1952 - 1953 al deze evenementen een bedrag van f 315,-- hadden opgebracht. Op de uitgaven, belopende een bedrag van f 1.029,-- kon niet verder worden bezuinigd. Uit bezuinigingsoverwegingen was zelfs de brandverzekering opgezegd. Er moesten andere inkomstenbronnen worden aangeboord, die gevonden werden in het houden van een bazar op 9, 10 en 11 oktober 1952 en het rondzenden van een folder aan alle plaatselijke industriën om deze tot donateur te maken om zodoende van een vast bedrag verzekerd te zijn. De bazar was, in tegenstelling tot de actie onder de industriën, een groot succes. De penningmeester verantwoordde een bruto-opbrengst van f 2.800,-- in het kasboek. Nu kon een gedeelte van het instrumentarium vernieuwd en gereviseerd worden, hetgeen de muzikale prestaties ten goede kwam. Dit kwam tot uiting tijdens het deelnemen aan een concours te Haarlem op 14 mei 1953. Een eerste prijs werd in de wacht gesleept en dat moesten de Haarlemmers weten. Het korps met aanhang trok blazend, toeterend en zingend de stad in om uiteindelijk in een klein café stoom af te blazen. De druk was van de ketel en per slok nat steeg de stemming. Bij die gelegenheid kreeg de inmiddels tot penningmeester benoemde P. Buitenweg een oorkonde overhandigd vanwege de geboorte van een zoon. Hij moest evenwel beloven zijn eerstgeborene als een goed muzikant op te leiden. Wat kwam hiervan terecht..........niets! Het optreden van de vereniging tijdens de driedaagse feesten ter gelegenheid van het 1000-jarig bestaan van de stad Muiden op 23, 24 en 25 juli 1953 was een geweldig succes. Gestoken in oud-hollandse kledij marcheerde het korps door de straten en dwong bewondering af bij de burgerij, die vol lof was over het feit dat Crescendo op die wijze het feest opende. De bij het gemeentehuis gebrachte aubade werd door de wereldomroep opgenomen. Op deze dag gaf de vereniging nogmaals haar visitekaartje af door uitstekende nummers ten gehore te brengen en hun inzet om het feest ten volle te doen slagen.
U merkt wel aan ons verhaal dat de vereniging langzaam maar zeker de strubbelingen teboven kwam, ofschoon alle moeilijkheden nog niet waren opgelost. Tot nu toe hebben we geen aandacht besteed aan dejaarlijkse uitvoeringen. Voor die van 20 januari 1955 maken we evenwel een uitzondering, omdat op die bijzondere avond in tegenwoordigheid van de beschermheer en diens echtgenote de vroegere penningmeester IJ. Schulp tot ere-lid van de vereniging werd benoemd. Door de voorzitter werd hem de bij het ere-lidmaatschap behorende oorkonde uitgereikt.

Na dit feestelijke gebeuren dienden de moeilijkheden zich weer aan. Nu was het het gemeentebestuur van Muiden dat bij brief van 14 maart 1955 de verhuur van het repetitielocaal nog met ingang van die dag opzegde, omdat daarin een tekenschool moest komen. Of het bestuur maar wilde zorgen dat alle spullen de volgende dag uit het lokaal verwijderd waren. Dit was voor het bestuur niet mogelijk, met het gevolg dat de gemeente op kosten van de vereniging tot ontruiming was overgegaan (reëele executie noemde de burgemeester dat). De spullen - met uitzondering van een zware kast waarin de muziekstukken lagen opgeborgen - waren in het aan de gemeente in eigendom toebehorende gebouwtje, het laatst in gebruik bij de voormalige Witte Kruisvereniging, ondergebracht.
Door deze maatregel had de vereniging niet meer de beschikking over een repetitie-ruimte. Het zag er naar uit dat deze toestand nog wel eens een tijdlang zou gaan duren, hetgeen voor het bestuur een gerede aanleiding was om een onderhoud met de burgemeester te hebben. Waarschijnlijk was dit en het organiseren van een concert met het Muider mannenkoor te veel voor voorzitter Leurs, die plotseling zijn voorzitterschap neerlegde en tevens als lid van de vereniging bedankte.
Dat was voor Crescendo een gevoelige klap, doch door de benoeming van de 2e voorzitter P. Buitenweg tot 1e voorzitter konden de lopende zaken toch worden voortgezet. Zo ook het onderhoud met de burgemeester inzake de huuropzegging waarvan we zojuist spraken. Gedurende dit gesprek kon dan tevens de ingediende subsidie-aanvraag aan de orde worden gesteld. Voorzitter P. Buitenweg en secretaris E. Oosterbroek spraken deze punten door met de burgemeester met als bedroevend resultaat dat de gemeente niets voor de vereniging kon doen. Over het subsidie-verzoek was de burgemeester helemaal niet te spreken. Hij noemde het "a-sociaal" van de vereniging om een financieel beroep op de gemeente te doen. Dit antwoord kwam voor het Crescendo bestuur hard aan en de secretaris notuleerde: "Deze woorden zullen wij ons niet licht vergeten". Doordat de vereniging geen repetitie-ruimte meer had, werd - na aanbiedingen van een oude loods en een autogarage als een alternatief te hebben afgeslagen - aangeklopt bij het bestuur van de school met de Bijbel, met het verzoek gebruik te mogen maken van een lokaal van de school. Voor een half jaar werd het handwerklokaal aan de vereniging verhuurd tegen een vergoeding van f 65,--. Na dat half jaar werd het verhuurcontract voor onbepaalde tijd verlengd.


<< Terug naar het menu